Maarten Boudry – Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat

Impressie van de bijeenkomst van het Filosofisch Café Haarlem op 19 februari 2020

Op deze avond hield de wetenschapsfilosoof Maarten Boudry voor zo’n 110 aanwezigen een inleiding over zijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat.

Maarten Boudry (1984) is een Vlaams wetenschapsfilosoof en schrijver. Hij is als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap aan de Universiteit Gent. Naast diverse academische artikelen en boeken, publiceerde hij vier Nederlandstalige boeken voor het brede publiek. In oktober 2019 verscheen Alles wat in dit boek staat is waar (en andere denkfouten), dat hij samen schreef met de Nederlandse filosoof Jeroen Hopster. www.maartenboudry.blogspot.com

Maarten Boudry begon zijn inleiding met een meerkeuzevraag:
·       A: Er is ontzettend veel ellende in de wereld
·       B: Nooit eerder was er zo weinig ellende in de wereld als vandaag

Beide stellingen kregen ongeveer evenveel stemmen. Boudry vertelde dat het goede nieuws is dat beide stellingen waar zijn. Zet de TV maar aan, er is ontzettend veel ellende op de wereld. Maar deze ellende is heel veel minder dan pakweg 200 jaar geleden.

Met een grafiek liet Boudry zien dat de extreme armoede (minder dan 2 $ per dag) is afgenomen van 85% rond 1820 tot 10% in 2020. Alhoewel nog steeds 800 miljoen mensen in armoede leven, is er vanaf de piek van 2.200 miljoen in 1975 een spectaculaire afname van meer dan 60%. Dit terwijl de wereldbevolking is gegroeid van 3,5 miljard in 1975 naar 7,8 miljard in 2020. Kindersterfte is een ander voorbeeld. Nu sterven er iedere dag 15.000 kinderen onder de 5 jaar. Dat is verschrikkelijk veel maar ten opzichte van 1820 is dit wel afgenomen van 40% naar nu 4% wereldwijd. In Nederland bedraagt de kindersterfte onder de vijf jaar zo’n 0,4%.

Boudry benadrukte dat de vooruitgang piepjong is, deze is pas rond 1800 – 1820 begonnen. De laatste 50 jaar hebben wij bijvoorbeeld meer welvaart gehad dan de som van de welvaart van de hele geschiedenis. De Zweed Hans Rosling heeft een groot deel van zijn leven besteed om de objectieve feiten van deze wereldwijde vooruitgang zichtbaar te maken (www.gapminder.org/). Boudry heeft hiervoor met Jaffe Vink, Sebastien Valkenberg, Hidde Boersma en Marco Visscher de bendevandevooruitgang.nl opgericht met de hockeystick als logo. De missie is:

Samen trekken we ten strijde tegen het leger van doemdenkers en pessimisten die u iedere dag teisteren met hun onheilstijdingen. En samen wijzen we op de vooruitgang die écht bestaat, en de vooruitgang die nog mogelijk is – en waarvoor we ons hard moeten inspannen. (bron: website)

Rosling heeft quizvragen ontwikkeld waarin naar feiten wordt gevraagd over de wereldwijde vooruitgang. Bijvoorbeeld: de laatste 20 jaar is de extreme armoede in de wereld: a) bijna verdubbeld, b) ongeveer gelijk gebleven of c) bijna gehalveerd. Zonder kennis heb je een kans van 33% om een goed antwoord te geven. 80% van de mensen scoort lager dan 33% en schat de vooruitgang lager in. De filosofische vraag is dan waar dit pessimisme vandaan komt.

Paul Schnabel heeft in Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht, onderzocht waar dit gevoel in Nederland, een van de gelukkigste landen ter wereld, vandaan kwam. Boudry geeft aan dat hij hiervoor drie wetten van het menselijk brein heeft geformuleerd:

De Wet van de Onzichtbaarheid van Vooruitgang
Vooruitgang verloopt langzaam en onmerkbaar, achteruitgang gaat in één klap en valt onmiddellijk op. Vaak krijgen de media de schuld maar ‘goed nieuws is geen nieuws’ of ‘geen nieuws is goed nieuws’. Iedere dag het journaal openen met het feit dat er weer 137.000 mensen minder in armoede leven werkt niet. Of vandaag weer geen terreuraanslag / verkeersdoden / roofkraken / gaslekken in Gent.

De Wet van de Snelheid van Slecht Nieuws
Hoe goed het ook gaat met de wereld, er zal altijd voldoende rampspoed overblijven om elke dag de krant te vullen. Door de massamedia en de bliksemsnelle communicatie (twitter) is een moord, ramp of andere bijzondere gebeurtenis aan de andere kant van de wereld hier binnen de kortste keren bekend.

De Wet van het Behoud van Gezeik
Hoe goed het ook gaat met de wereld, de hoeveelheid gezeik blijft altijd constant. Als het beter gaat, bijvoorbeeld minder moorden, dan verhogen wij onze standaarden en wordt dat het nieuwe normaal. Dit is een onbewust proces van gewenning aan de vooruitgang. Afwijkingen worden zeldzamer maar als ze voorkomen dan zijn wij ook meer geschokt.
In de Monty Python film Life of Brian zit hierover een leuke sketch: All right, but apart from the sanitation, the medicine, education, wine, public order, irrigation, roads, the fresh-water system, and public health, what have the Romans ever done for us? youtube.com/watch?v=Y7tvauOJMHo

Kortom de mens heeft vanuit de evolutie een betere waarneming van slecht nieuws dan van goed nieuws. Als dit leidt tot pessimisme dan kan dat schadelijk zijn. Mensen kunnen cynisch en fatalistisch worden en denken dat zij geen bijdrage kunnen leveren aan de vooruitgang. Terwijl de vooruitgang juist mensenwerk is dat iedere dag duur wordt bevochten.

Boudry wil aan het einde van zijn inleiding van de gelegenheid gebruik maken om een lans te breken voor het Effectief Altruïsme. Dit is een 10 jaar oude beweging die zoveel mogelijk goed wil doen, gegeven de beperkte middelen en tijd. Dit betekent dat zij voorstaat om bij het geven niet enkel ons hart laten te laten spreken, maar ook ons hoofd. Op basis van rationaliteit en wetenschap wordt onderzocht hoe je per gedoneerde dollar de grootste verbetering in de levensomstandigheden kan realiseren. Hierover is een boek van Peter Singer Effectief Altruïsme verschenen en de websites givewell.org en givingpledge.org. Boudry geeft zelf als inwoner van België, daarmee behorend tot de 1% rijkste mensen ter wereld, 10% van zijn inkomen weg en 50% van de opbrengst van lezingen zoals die van vanavond.

Boudry sloot zijn inleiding af met de parabel van Dr. Pangloss, een personage uit Voltaires Candide, die een parodie is op de Duitse filosoof G.W. Leibnitz. Dr. Pangloss blijft ondanks alle tegenslagen, ellende, oorlog en armoede, vanuit een religieus optimisme, volhouden dat de huidige wereld de best mogelijk wereld is: ‘God is perfect en als er een betere wereld mogelijk was dan had hij deze wel geschapen’. Boudry: “Eigenlijk was Dr. Pangloss geen optimist maar een pessimist. We leven namelijk NIET in de beste van alle mogelijke werelden. Er liggen nog veel betere werelden in het verschiet. De komende jaren is er wel werk aan de winkel om de huidige problemen op te lossen en het ongelijk van Dr. Pangloss aan te tonen.”


Na de pauze startte de dialoog

De 1e spreker kwam met een heel betoog waarvan Maarten Boudry zei: ‘Nou dat is een hele boterham’. Boudry heeft uit het betoog drie vragen gedestilleerd en gaf de volgende antwoorden:

  • Ja, u heeft gelijk dat het pessimisme uit de evolutie kwam en toen een goede rol vervulde. De mens als jager – verzamelaar moest zich toen in een onveilige wereld beschermen tegen allerlei gevaren om te zorgen dat hij zijn genen kon doorgeven. Nu leven we in een veilige wereld en zijn zaken die vroeger voordelig waren omgeslagen in zaken die nu nadelig zijn. Onze voorkeur voor vet en suiker is daar een voorbeeld van, dit leidt nu tot obesitas. De evolutionaire aanpassing van de mens gaat langzamer dan de verandering van de wereld.
  • Ja, wie val ik aan? In mijn boek onderscheid ik vier scholen pessimisten:
    • Nostalgische: geloven dat het vroeger allemaal beter was en dat het sindsdien bergaf gaat met de wereld.
    • Wacht maar: erkennen dat het nu beter gaat, maar geloven dat dit niet eeuwig kan blijven duren. Zij denken dat er grenzen zijn aan de groei en laken de hoogmoed van de vooruitgangsoptimisten.
    • Cyclische: ook zij erkennen dat het nu beter gaat, maar zien de wereldgeschiedenis in grote cyclische bewegingen. De huidige welvaart komt vroeg af laat ten einde.
    • Tredmolen: ook zij erkennen de objectieve maatstaven van vooruitgang maar geven aan dat het ene morele kwaad is ingewisseld voor een ander. Op het niveau van geluk zijn we nog steeds niet verder geraakt.

Daarnaast zijn sommige zorgen meer terecht dan andere zorgen. Ik maak me bijvoorbeeld meer zorgen over de klimaatverandering dan over de ‘omvolking’ van Europa. Maar over het klimaat maak ik me minder zorgen dan sommige actievoerders. In de Volkskrant van 18 februari 2020 heb ik een artikel gepubliceerd waarin ik aangeef dat ik het eens ben met de diagnose van Rutger Bregman, maar dat ik zijn oplossing onvoldoende vind. Dat is te vergelijken met het schoonvegen van je eigen stoepje. Dit is niet ambitieus genoeg, je moet nieuwe bezems uitvinden voor de hele straat, de hele stad en verder.

  • Of de grafiek van de hockeystick ook geldt voor de overbevolking? Nee, want de cijfers laten zien dat het aantal geboortes nu al daalt. De huidige toename van de wereldbevolking komt door de toename van de levensduur. De huidige problemen zijn te zien als een factuur voor de vooruitgang van de industriële revolutie, die we nog wel moeten voldoen. Het gat in de ozonlaag hebben we ook opgelost. Alhoewel dit CO2 probleem veel groter is, dit betekent stoppen met het gebruik van steenkool en olie, kunnen wij met al het menselijk vernuft ook dit probleem oplossen.

De jongste bezoeker, een 11-jarige jongen, reageerde op de opmerking van Boudry ’Het eigen stoepje schoonvegen is niet ambitieus genoeg’, met de stelling: ‘Ja maar als ik mijn eigen tuin goed onderhoud dan is dit een statement voor de hele buurt en die gaan dan meedoen.’
Boudry: je hebt gelijk dat het kan, maar het hoeft niet. Het milieu is een collectief goed en bij een collectief goed is er het sociale dilemma dat mensen gebruik kunnen maken van een goed of dienst zonder ervoor te betalen of bij te dragen aan de instandhouding ervan. In de economie wordt dit ook wel aangeduid als het ‘free-rider’-probleem. Als zoveel mensen zich inspannen voor het milieu dan ‘zal het wel goedkomen en hoef ik niets meer te doen’. Een ander aspect is dat het schoonvegen van alle stoepen in Nederland wereldwijd onvoldoende zoden aan de dijk zet. Er zijn nog 1 ½ miljard arme mensen die ook licht, een koelkast en een TV willen. Deze mensen gaan ook energie gebruiken en de CO2-uitstoot verhogen en zijn te arm om al die dure milieumaatregelen te betalen. Als Nederland echt iets wil doen dan kan ze beter nieuwe kerncentrales ontwikkelen en deze gratis aan de arme landen verstrekken. Deze landen kunnen dan beschikken over schone en goedkope energie.

Dat verhaal over kernenergie klinkt fantastisch, maar kunnen we het ook echt veilig krijgen?
Boudry: als je naar de cijfers kijkt dan is kernenergie heel veilig. Kernenergie heeft wel het nadeel dat het eng is. Er is sprake van onzichtbare straling en een slechte oorlogsgeschiedenis. Ongelukken vallen onder de wet van slecht nieuws. Bij de kernramp Fukushima in Japan is pas na zeven jaar de eerste officiële stralingsdode gevallen. Dit blijft ons meer bij dan de 15.894 doden die gevallen zijn door de zeebeving Sendai, die deze kernramp heeft veroorzaakt. Ook de 10.000 doden per dag als gevolg van luchtverontreiniging komen niet dagelijks op het journaal. Ook bij de productie en exploitatie van windmolens gebeuren dodelijke ongelukken. Nee, kernenergie is met vlag en wimpel de meest veilige energiebron. De huidige centrales zijn wel verouderd en de nieuwe generatie centrales is wel intrinsiek veilig. Deze centrales schakelen automatisch uit als er een storing is en zijn hierbij nergens van afhankelijk. De investering in de ontwikkeling van nucleaire energie is nu te laag en dat is één van de redenen dat ik bijvoorbeeld 50% van de opbrengst van deze lezing stort in ‘The Giving Pledge’. Ik geloof erg in deze weg, terwijl Bregman meer geloof hecht aan de ontwikkeling van hernieuwbare energie. De toekomst zal uitwijzen welke ontwikkeling het meest succesvol zal zijn.

Dat betoog over het pessimisme was boeiend. Is het niet zo dat pessimisme nodig is om de urgentie van een probleem zichtbaar te maken zodat dit tot handelen aanzet?
Boudry: dan denk je wellicht dat een optimist denkt dat het probleem vanzelf wel wordt opgelost en dat hij niets hoeft te doen. Dit is trouwens weer anders dan de ontkenners, die zeggen dat er helemaal geen probleem is. Mijn betoog is dat je om een probleem op te lossen eerst moet erkennen dat er een probleem is en dan moet gaan zoeken naar de beste oplossing voor dit probleem. Bij pessimisten zie ik dat deze het probleem erger voorstellen. Met name ngo’s doen dit om mensen wakker te schudden én om fondsen te werven. Het gevaar hierbij is dat als je te vaak overdrijft niemand je meer gelooft. Denk aan de fabel van Aesopus van de jongen die ‘wolf’ riep. Een ondeugende jongen moest op de schapen van zijn vader passen en riep drie keer ten onrechte ‘wolf’. De vierde keer werd hij niet meer geloofd en dit werd hem fataal.
Ook kunnen mensen fatalistisch worden. Psychologen hebben al de eerste mensen gediagnosticeerd met klimaatdepressie. Of dan de Franse filosoof Bruno Latour in Oog in oog met Gaia met zijn uitspraak over de natuur: de oorlog is voorbij en we hebben deze verloren. Ook de verhalen over de islamisering van Europa zijn niet gebaseerd op accuraat vastgestelde cijfers. Deze verhalen zijn sterk overdreven, maar zetten sommige mensen er wel toe aan om naar het ‘veilige’ Hongarije te verhuizen.

Hoe gaat u met deze goede boodschap de wereld over? De kerk van Baudet zit toch aanmerkelijk voller dan deze kerk. Wat is uw mediastrategie? Wanneer zit u bij DWDD?
Boudry: behalve mijn inspanningen met lezingen, artikelen in de kranten en tv-optredens zijn er gelukkig ook andere initiatieven zoals dat van Ralf Bodelier, die worldsbestnews.nl heeft opgericht. Deze organisatie zet zich in om positief nieuws de wereld in te brengen. En zoals het Zweden van Hans Rosling laat zien zijn er positieve effecten van het regelmatig kennis nemen van de positieve ontwikkelingen in de wereld. Maar helaas is het ook zo dat een krant die alleen maar goed nieuws brengt zijn lezers verliest. Datzelfde fenomeen zie je bij kijkfiles op de snelweg. Het is niet per se leuk om naar verongelukte mensen te kijken. Maar de menselijke natuur vindt dit bijzonder en zo fascinerend dat je er wel naar moet kijken. Iets van opsteken wellicht, het is als een konijn die naar de felverlichte lichtbak kijkt. Ja en voor Baudet geldt, wat eigenlijk voor de hele politiek geldt, en dat is dat opblazen van problemen als profijtelijk wordt gedacht voor het krijgen van kiezers. Dit blijft een moeizaam probleem, alleen de kracht van rationele argumenten kan dit op lange termijn keren.

Heeft u een specifieke strategie tegen pessimisme?
Boudry: het bewust worden van het feit dat de mens evolutionair een grote neiging heeft voor pessimisme is een belangrijke stap. Ook onderkenning dat de mens de neiging heeft om het verleden te romantiseren, dat heb ik zelf ook gedaan, is een belangrijke stap. Maar ik heb geen antigif. Voor een echte verklaring waar pessimisme vandaan komt moet je bij een psycholoog zijn.

Als afsluiting vroeg de moderator Paul van Dijk aan de zaal wie er positiever de zaal ging verlaten en zag dat er vele handen de lucht ingingen. Paul concludeerde dat, naar analogie van een uitspraak van Stef Bos, er vanavond veel zaadjes zijn geplant. Paul bedankte Maarten Boudry en sloot de avond af.