Peter Venmans – Gastvrijheid

Impressie van de bijeenkomst van het Filosofisch Café Haarlem op 20 maart 2024

Op deze avond hield Peter Venmans voor 80 aanwezigen een inleiding over zijn boek Gastvrijheid, een filosofisch essay.

Peter Venmans (1963) is een Vlaamse essayist, auteur van acht boeken over literaire en filosofische onderwerpen, waaronder Discretie (2019) en Gastvrijheid (2022), beide uitgegeven bij Atlas Contact. Voor dit laatste boek won hij de Socratesbeker 2023 voor het meest prikkelende en urgente filosofieboek van het jaar. Hij is van opleiding romanist, hispanist en filosoof, en woont in Leuven.  www.boomfilosofie.nl

Peter Venmans begon zijn inleiding met de vraag of wij nog wisten waar we waren op 18 maart 2020? Hij wist het wel, iedereen was toen thuis. Dit was het begin van de corona-epidemie en de Belgische Minister van Volksgezondheid Maggie De Block kondigde de slogan af: Blijf in uw kot.

Dit was een verbod op gastvrijheid, op het overschrijden van de drempel van een ander huis, op reizen. Hierdoor viel het belang van gastvrijheid extra op. De door Venmans getoonde dia met de borrelplank voor het scherm van de laptop geeft geen echte gastvrijheid weer. Je heet de gast niet welkom in je eigen huis, de gast pleegt geen inbreuk op je privacy en kan ook geen lastige stoorzender worden. Deze manier van verhouden tot elkaar is veel minder betekenisvol.

Peter Venmans geeft aan dat hij in een ander boek, Amor Mundi, heeft onderzocht hoe je betekenisvolle relaties met anderen kan combineren met een liefdevolle verhouding tot de wereld. Als kind van de jaren ’80, waarin opkomen voor jezelf en het persoonlijke geluk centraal stonden, wat leidde tot de neoliberale uitputting van de wereld, vindt hij wat extra aandacht voor de wereld om ons heen wel gepast.

Waar was u trouwens op 24 februari 2022? Dit is het begin van de Russische invasie van Oekraïne en de start van een grote vluchtelingenstroom naar de EU-landen. Het aantal vluchtelingen bedraagt nu meer dan 4 miljoen. Het omgaan met deze gasten is een politieke kwestie.

Peter onderscheidt in het vervolg van zijn presentatie de volgende soorten gastvrijheid

  • Privé-gastvrijheid: gasten worden geïnviteerd
  • Hospitality: toerisme
  • Politieke gastvrijheid: vluchtelingen

1.     Privé-gastvrijheid
Homerus heeft in 800 voor Christus de Odyssee geschreven, het basisverhaal over gastvrijheid. Hierin vertelt de held Odysseus het verhaal van zijn 10-jarige omzwervingen en de genoten gastvrijheid aan de Koning van de Faiaken. Dit als dank voor de genoten gastvrijheid bij deze koning, die hem met zijn schip ook het laatste stuk naar Ithaka brengt. De kern is dat de gastheer de gast ontvangt en vertroetelt en dat de gast zijn dank toont door het vertellen van een verhaal.

De definitie uit het woordenboek, dit is trouwens niet het filosofische zoeken, luidt:

Gastvrijheid is een tijdelijke relatie tussen een gastvrouw / gastheer en een gast, waarbij de gast de drempel (grens) overschrijdt en in de privésfeer van de gastvrouw / gastheer komt, gekenmerkt door een vertoon van hartelijkheid.

Hier zitten allerlei problematische aspecten aan. Mag een gast ook tot 4 uur ‘s nachts blijven? De gast staat centraal maar wanneer mag je hem eruit schoppen? Een oude wijsheid in veel culturen is: ‘een gast en een vis blijven drie dagen fris’. De drempel van de privésfeer betreft dit ook de keuken en absoluut niet de intieme ruimte (slaapkamer)? Het vertoon van hartelijkheid is vaak acteren, een soort theater, dit hoeft niet echt te zijn maar de ongeschreven regel is wel dat je het speelt.

Ook de Bijbel kent diverse gastvrijheidsscènes. De oerscène is die uit Genesis 18 waar Abraham bij de eiken van Mamre op het heetst van de dag bij de ingang van zijn tent zit. “Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan’.” Deze onmiddellijke actie van gastheer bespaart de vreemdeling de schaamte van het vragen om gastvrijheid.

In Lucas 10 wordt Jezus ontvangen door de zussen Marta en Maria. Marta verzorgt en bedient Jezus terwijl Maria gezeten aan de voeten van Jezus naar zijn woorden luistert. Dit zijn twee verschillende invullingen van gastvrijheid waarbij Jezus de voorkeur geeft aan de invulling door Maria.

In Lucas 22 heeft Jezus zijn apostelen uitgenodigd voor het Laatste Avondmaal. Hierin is Jezus de gastheer van zijn apostelen en vertelt hun ook dat zij als gasten belangrijker zijn en dat hij in hun midden is om hen te dienen: “Vorsten onderwerpen volken en noemen zich weldoener. Jullie niet! De belangrijkste moet de minste worden en de leider de dienaar. Want de gast is belangrijker dan de bediener. Maar ik dien jullie.”

In Lucas 24 wordt Jezus na te zijn opgestaan uit de dood door twee leerlingen die op weg waren naar het dorp Emmaüs uitgenodigd voor een maaltijd en overnachting (Emmaüsgangers).

Zowel bij de Grieken als bij de Christenen is het een soort religieuze plicht om vreemdelingen gastvrij te ontvangen. De Grieken richten zich op het komen tot een gelijkwaardige relatie tussen gast en gastheer terwijl bij de Christenen de gastheer de rol van dienaar van de gast op zich moet nemen.

Jacques Derrida maakt het onderscheid tussen invitatie en visitatie. Bij de invitatie ligt het initiatief bij de gastheer die de voorwaarden bepaalt. Visitatie is onverwacht, het is de klop op de deur, het is het werkelijke appèl op gastvrijheid om die onverwachte persoon dan uit te nodigen. Visitatie is ook de medische term voor het (onaangenaam) betasten van het lichaam of voor het inspecteren van de manier van werken van een organisatie door een visitatiecommissie.

2.     Hospitality: Toerisme
Peter geeft aan dat hij hier de Engelse term heeft gebruikt, de taal van het kapitalisme, om duidelijk te maken dat dit iets is wat je kan studeren om daarna in de hospitalitysector te gaan werken, in de horeca, een hotel of event-business.

Aan de hand van een foto van het Obradoiro-plein van Santiago de Compostela betoogt Peter dat hospitality al in de middeleeuwen is ontstaan. Van de Christelijke individuele gastvrijheid, de caritas met zijn naastenliefde, naar de institutionele opvang van de pelgrims door de abdijen, kloosters en hospitalen ofwel gasthuizen. Met deze instituten is er geen sprake meer van persoonlijke gastvrijheid.

Een volgende stap is het ontvangen van veel gasten in het massatoerisme. De gastvrijheid wordt dan geformatteerd tot een service tegen betaling. Hier raakt de persoonlijke gastvrijheid wel erg uit het zicht. Een interessante tussenvorm voor gastvrijheid is de B&B-sector. De eigenaar laat de gasten in zijn privéruimte toe en zal zijn B&B beginnen omdat hij van nature gastvrij is en de persoonlijke verhalen van zijn gasten wil horen.

Bij Airbnb worden de gasten ook in de privésfeer ontvangen, maar is er juist weer sprake van een online marktplaats voor de verhuur en boeking van accommodatie in handen van particulieren, hotels en investeerders.

3.     Politieke gastvrijheid: Vluchtelingen
Met een dia van het Griekse eiland Kos waarop te zien is dat twee vakantiegangers op het strand zitten terwijl er een bootje met vluchtelingen arriveert, maakt Peter duidelijk dat er tussen deze gelukszoekers in Griekenland een groot verschil is. De toerist denkt dat hij legitiem is, hij heeft ten slotte betaald. De vluchteling verstoort het vredige tafereel dat hij visiteert. De toerist wordt gestoord in zijn comfort en staat voor de ethische vraag: hoe handel je?

In 1795, kort na het uitbreken van de Franse Revolutie en tijdens een periode van continue oorlogsdreiging in Europa, heeft Kant het korte geschrift Naar de eeuwige vrede gepubliceerd. Kant zet hierin zijn ideeën uiteen over internationale politiek en volkenrecht en hoe een stabiele vrede zou kunnen worden bereikt en behouden. Als derde en laatste punt van de definitieve artikelen stelt Kant dat alle mensen rechten moeten hebben die overal geldig zijn. Je zou dit kunnen zien als een eerste aanzet tot de Universele Mensenrechten. Deze rechten ziet hij echter beperkt tot gastvrijheid. Wat betekent dat mensen vrij moeten kunnen reizen en grenzen kunnen passeren. Wat voor Kant betekent dat mensen in een land waar ze niet vandaan komen niet als tweederangsburgers worden behandeld. Je zomaar vestigen in een land waar je niet vandaan komt is echter een andere zaak. Een zaak van de politiek. De republiek moet haar democratisch proces zo organiseren dat de wil van het volk de wetten voor de gastvrijheid en de vestiging van buitenlanders bepaalt.

Hannah Arendt is eerst uit Duitsland gevlucht naar Frankrijk en daarna naar de Verenigde Staten. In 1943 heeft ze een paper, We Refugees, geschreven. Hierin beschrijft ze aan de hand van haar eigen ervaringen als vluchteling wat het betekent om stateloos te zijn en afhankelijk van de liefdadigheid van anderen. Ze beschrijft hoe het is om je beroep, taal, vrienden en routine van het dagelijks leven kwijt te raken. Het is een leven als een paria, iemand zonder rechten die zich wanhopig probeert aan te passen aan de samenleving, te assimileren, bang om op te vallen. In 1951 krijgt Hannah Arendt, na 18 jaar stateloos te zijn geweest, het Amerikaanse staatsburgerschap. Zij beschrijft dit als het recht om rechten te hebben, als de gelukkigste dag uit haar leven.

In 2015 kwamen grote groepen Syrische vluchtelingen naar Europa en is Angela Merkel beroemd geworden met haar “Wir schaffen das“. Hiermee gaf zij aan dat Syrische vluchtelingen in Duitsland welkom zijn. Een ‘Mutti Merkel’ die de oorlogsvluchtelingen welkom heet, een bevolking die wil laten zien dat ze tot het ‘lichte Duitsland’, het Duitsland van de barmhartige Willkommenskultur behoort.


Na de pauze startte de dialoog
De 1e vragensteller geeft aan dat Derrida ten aanzien van de Willkommenskultur naar een oplossing heeft gezocht, waarbij steden zich losmaken van overheden om vrijsteden te vormen waartoe vluchtelingen hun heil kunnen zoeken. In de imaginaire wereld van Femke Halsema bestaat een stad, Zatopia, waar vluchtelingen in relatieve harmonie leven, in eigen huizen. Hoe denkt u hierover?
Peter Venmans: Het gaat hier om politieke gastvrijheid en daarom moet je in staat zijn om een politieke gemeenschap te vormen die sterk genoeg is om dit, in principe goede idee, te dragen. Momenteel worden we geconfronteerd met een politiek deficit en zal hier geen oplossing voor worden gevonden. Buiten de politieke zie je wel dat groepen, vooral kerkelijke groepen, zich inzetten voor de vluchtelingen. Maar voor Derrida geldt dat “tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.”

U geeft de indruk dat gastvrijheid vrij gemakkelijk is. Maar in het Latijn betekent hostis, de vijand. En in het Nederlands spreken wij over gast als: wat is dat voor een gast? De moraal is in het geding, hoe gedragen wij ons ten opzichte van vreemden? Kunt u daarop ingaan?
Peter Venmans: Gastvrijheid gaat altijd samen met vijandigheid en kent daardoor altijd een zekere spanning. Derrida heeft hiervoor het woord gastvrijandigheid bedacht. Bij Derrida is gastvrijheid het 1e Gebod en daarom is bij hem de kern van ethiek: gij zult gastvrij zijn. Bij zijn leermeester Levinas was de blik van de ander het opdringende destabiliserende appèl waaraan gehoor moest worden gegeven alsof het een rechtstreekse vraag van God was. Het antwoord was de onvoorwaardelijke, oneindige gastvrijheid met blootstelling aan risico’s waarvoor persoonlijke moed vereist is. Hoe groter het gevaar hoe groter het ethisch gehalte van de geboden gastvrijheid.

In het nawoord van uw boek gaat u in op de amor mundi, de liefde voor de wereld, die zich ook zou moeten uitstrekken naar onze verhouding tot de niet menselijke omgeving. Wij zijn immers op aarde slechts tijdelijke gasten. Krijgt gastvrijheid hiermee een politieke lading voor de heroverweging van onze relatie met de planeet?
Peter Venmans: Ja, het idee is dat onze tijdelijke aanwezigheid op de aarde ook een plicht tot het nemen van verantwoordelijkheid meebrengt als gast en als gastheer. Hannah Arendt heeft in een geschrift over het opvoeden van kinderen en amor mundi hierover gezegd dat, wij onze kinderen moeten beschermen tegen de wereld en de wereld moeten beschermen tegen onze kinderen. Ook hier zie je de dubbelheid, wederkerigheid in de relatie met onze planeet.

Bij het verhaal over de gastvrijheid van de zussen Marta en Maria zie je dat de verzorgende rol van Marta minder wordt gewaardeerd dan de onderhoudende rol van Maria. Bij echtparen zie je dat de verzorgende rol vaak wordt ingevuld door de vrouw en de onderhoudende rol door de man. Als je even alleen woont dan zie je dit scherper. Ook bij arbeidsrelaties zie je dit vaak terugkomen. Hoe kan je deze spanning die in het verlenen van gastvrijheid door echtparen zit verminderen?
Peter Venmans: Mag ik even mijn vrouw bellen? Ja, in het verlenen van gastvrijheid zitten deze twee aspecten van het redderen, het zorgen en het onderhouden en het luisteren. Dit is niet per se gender bepaald maar voor een deel ook cultuurbepaald. Wij inwoners van landen in het Noorden zijn meer van het zorgen, van het regelen en de inwoners van de landen in het Zuiden zijn meer van de relatie van de aandacht. Ook een perfectionistische levensinstelling kan gastvrijheid in de weg zitten.

In de aankondiging staat dat werkelijke gastvrijheid vaak samengaat met morele paniek. Kunt u dat toelichten?
Peter Venmans: Gastvrijheid is niet vanzelfsprekend, er treedt altijd een zekere spanning op. Bij visitatie, de onverwachte klop op de deur, de komst van de indiscrete vreemdeling die de macht van de gastheer breekt, treedt deze morele paniek op. Mijn boek is geen lof op de gastvrijheid, dat zou te gemakkelijk zijn. Het wordt pas interessant als het moeilijk wordt. Waar geeft het spanning? Waar komen de zekerheden op losse schroeven te staan?

U heeft over gastvrijheid gesproken in termen van moraliteit maar het was toch ook een uitruil van belangen, de gast als brenger van het nieuws?
Peter Venmans: Dit is antropologische gastvrijheid, het wederzijds eigenbelang gericht op het eigenbehoud. Bij nomadenvolkeren was nieuws voor het zelfbehoud van groot belang en zien we een cultuur van gastvrijheid. Dit is zeker geen altruïstische zelfopoffering. De Grieken kenden welkomstrituelen die wel één uur konden duren, met het uitspreken van het woord xéno werd de bezoeker als gast geduid en niet als vijand. Door in bad te gaan en het aangeboden eten te nuttigen liet de gast zien dat hij zijn gastheer vertrouwde. De christelijke opvatting van gastvrijheid is heel radicaal en heel uitzonderlijk. Er is sprake van een onvoorwaardelijk, totaal offer. Dit vanuit de gedachte om ‘je vijand te beminnen’, is onmenselijk, onmogelijk.

We zien aan de buitenranden van de EU enkele landen die heel veel vluchtelingen opvangen. Wat is het probleem van de EU om de vluchtelingen goed en barmhartig op te vangen?
Peter Venmans: Dit is een politieke kwestie waar politieke belangen spelen. Er zijn partijen die kiezen voor het organiseren van de angst want dit ‘verkoopt’ goed. De EU-landen zijn democratisch en dat werkt slecht als er veel verschillende belangen zijn. Het beroep op mensenrechten, het humanitarisme, is dan heel moeilijk. Gastvrijheid in deze is een lastig begrip en politiek moeilijk te organiseren. Velen zien in vluchtelingen niet de mens maar een hinderlijke factor die hun arbeidsmarkt, woningmarkt et cetera verstoort. Het blijft een collectieve kwestie die politiek moet worden aangepakt.

In hoeverre moet je gastvrij zijn of blijven tegen gasten die zich niet als een goede gasten gedragen?
Peter Venmans: Dat hangt af van hoe je in het leven staat. Als liberaal ga je ervan uit dat de mens goed is en dat het goed zorgen voor de ander ook in je eigen belang is. Als een gast dan de natuur sloopt in jouw land dan houdt de gastvrijheid op. Als Christen zou je als naastenliefde ‘de andere wang’ moeten aanbieden. Deze op de erfzonde gebaseerde categorische plicht is streng en onhoudbaar. Als we ’s ochtends opstaan is dat meestal niet met het idee dat we iets goeds gaan bedrijven, maar veel kleine goede daden, waaronder gastvrijheid, zijn bij elkaar zeer waardevol. Ik pleit voor meer waardering voor het gewone leven, voor de common sense.

Paul bedankte Peter Venmans voor zijn boeiende en humorvolle inleiding en beantwoording van de vragen, die tot een inspirerende avond hebben geleid. Onder luid applaus werd de avond afgesloten.

Gerrit van Elburg