Paul Cliteur – Vrijheid van meningsuiting

Impressie van de bijeenkomst van het Filosofisch Café Haarlem op 14 september 2016

Op deze warme avond hield Paul Cliteur een voordracht voor zo’n 100 aanwezigen over het thema vrijheid van meningsuiting. Paul Cliteur is hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap. Hij houdt zich bezig met de verhouding staat en religie, dilemma’s van de multiculturele samenleving en met vrijheid van expressie.

Dit thema is door de bezoekers aangedragen en Paul Cliteur vroeg dan ook aan de zaal waarom dit thema is aangedragen. In de reacties kwamen de onrust die ontstaat als iedereen maar zegt wat hij wil en de grens tussen belediging en vrijheid van meningsuiting, naar voren.

Naar aanleiding van de voorbereidingvraag naar de ontwikkeling van de vrijheid van meningsuiting gaf Paul Cliteur aan dat hier inderdaad een dynamiek waarneembaar is. Verruiming t.a.v. godslastering in 1967, het ezelproces van Gerard van het Reve en t.a.v. belediging in 1976 met het Handyside proces. Uit de Freedom of Thought rapportages blijkt echter dat vrijheid van meningsuiting de laatste jaren weer op de terugtocht is, in landen als Saoedi-Arabië is deze bijvoorbeeld non-existent. Paul Cliteur geeft aan dat dit contra intuïtief is.

In zijn inleiding geeft Paul Cliteur aan dat het concept van vrijheid van meningsuiting ingewikkeld is en dat hij hierbij een onderscheid maakt in moreel, verstandig en beleefd, en juridisch. En dat de juridische vrijheid van meningsuiting veel verder gaat dan de morele, en dat dit schuurt.

In de grondwet wordt in artikel 7 aangegeven dat de vrijheid van meningsuiting een ruim en basaal recht is . Niemand heeft immers het recht om te bepalen wat jij moet denken. En uit de ontstane meningsverschillen komt de wetenschappelijke progressie voort. Anders was Galileo nooit gehoord en was de aarde nog steeds het middelpunt van het heelal geweest.

Vrijheid van meningsuiting betekent dus ook dat je meningen die je niet aanstaan moet kunnen verdragen, net als beledigingen en agressieve, schokkende en verontrustende meningen.
Of met Voltaire te spreken: Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik sta met mijn leven in voor uw recht om het te zeggen.

In artikel 1 van de grondwet wordt alleen bescherming gegeven tegen discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, of geslacht.

Dit is nu actueel in het Wilders proces. Omdat Marokkanen geen ras zijn, is juridisch de ‘minder – minder – minder’ uitspraak niet racistisch en heeft Wilders geen wet overtreden. Ook al vinden veel mensen deze uitspraak abject en beledigend als er geen wet wordt overtreden dan kan Wilders volgens het legaliteitsbeginsel (artikel 16 van de grondwet) niet worden veroordeeld.


Na de pauze ging Paul Cliteur in op de vragen vanuit de zaal.  Veel vragen gingen over Geert Wilders. Is er dan geen sprake van aanzet tot haat, tot discriminatie of tot geweld? Paul Cliteur trekt een scherpe lijn tussen het niet strafbaar zijn van aanzetten tot haat en discriminatie. Haat kan zelfs goed zijn, haat jegens nazi’s of persoonlijk, haat tegen popmuziek. Maar aanzet tot geweld is wel strafbaar en vormt sinds de fatwa van de Iraanse leider Khomeini in 1989 tegen Salman Rushdie, een steeds groter probleem. Paul Cliteur heeft hier een woord voor bedacht, Theoterrorisme; een vorm van terrorisme gebaseerd op een bepaalde conceptie van God. Deze vorm van geweld is moeilijk te bestrijden door de overheden. Paul Cliteur neemt een gevaarlijke tendens waar van het accepteren van geweld als reactie. Hij geeft aan dat juist nu van belang is om een standvastige houding te tonen tegen het geweld, dit om de democratie te beschermen.

Een andere vraag is of de uitspraken van nep-parlement, nep-rechtbank  door Wilders of de verbale beledigingen diarree van PowNed niet kunnen worden aangepakt. Paul Cliteur geeft aan dat hij het onverstandig en onfatsoenlijk vindt maar dat het niet wettelijk is verboden. Als je het er niet mee eens bent stem dan niet op die partij. Het is trouwens ook niet te doen om onfatsoenlijk taalgebruik juridisch te definiëren.

Als slot vraagt Marianne Waling-Huijsen, die de avond heeft geleid, waarom Paul Cliteur, die de vrijheid van meningsuiting voorstaat, in 2004 is gestopt met zijn column in Buitenhof. Paul Cliteur gaf aan dat vrijheid van meningsuiting alleen is gewaarborgd als de overheid het recht handhaaft. Maar als de overheid dit niet doet of niet kan dan verliest het recht aan betekenis. Paul Cliteur heeft gekozen voor zijn fysieke veiligheid. Dit vond hij belangrijker dan het martelaarschap zoals dat van Theo van Gogh in 2004 of Charlie Hebdo in 2015.

Na afloop bleef Paul Cliteur nog geruime tijd om vragen beantwoorden en boeken te signeren.

Gerrit van Elburg