René ten Bos – Bureaucratie is een inktvis

Impressie van de bijeenkomst van het Filosofisch Café Haarlem op 5 oktober 2016

Op deze avond hield René ten Bos een voordracht voor zo’n 55 aanwezigen over het thema bureaucratie. René ten Bos is hoogleraar filosofie aan de Faculteit der managementwetenschappen van de Radboud Universiteit te Nijmegen.

René ten Bos begon zijn inleiding met een drietal vragen aan de zaal:

  • Wie houdt van de bureaucratie?
  • Wie vindt deze mensen niet goed wijs?
  • En wie heeft een hekel aan de bureaucratie?

Er waren een aantal mensen die hielden van de bureaucratie en zoals te verwachten waren er meer mensen die een hekel hadden aan de bureaucratie en de 1e groep niet goed wijs vonden. Op deze wijze zat iedereen gelijk goed in het onderwerp.

Daarna gaf René ten Bos aan dat bureaucratie een ingewikkeld onderwerp is. Bureaucratie wordt niet ontworpen zoals bij bedrijfswetenschappen waar gedaan wordt aan plannen, aan lijstjes logica.

Vertaald naar de dagelijkse praktijk zijn er twee soorten mensen:

  1. Zij die met een lijstje boodschappen doen
  2. Zij die zonder een lijstje boodschappen doen

In dialoog met de zaal over de voor- en nadelen van beide opties gaf René aan dat er wel 1.000 bureaucratische redenen zijn te bedenken om met een lijstje boodschappen te doen, maar dat je  bewust moet zijn dat je de verwondering, het omgevingsbewustzijn verliest. In relatie met het thema gaf René ten Bos aan dat het belangrijkste voordeel van een lijstje is dat je de persoon en de functie kan scheiden. Met een lijstje maakt het niet uit ‘of je zoon of je dochter de boodschappen doet’.

Die scheiding van persoon en functie is erg functioneel. Als voorbeeld gaf René ten Bos aan dat hij als Hoogleraar vanuit zijn functie makkelijker een onvoldoende geeft aan een student dan als persoon. Wij verwachten ook dat mensen zich aan hun functie houden. Als ze dit niet doen dan wordt het ongemakkelijk, dan krijg je weigerambtenaren en een hele Tweede Kamer die zich over de niet minister-presidentiële ‘Pleurt op’ uitspraak opwindt.

Juist de voorspelbaarheid van ambtenaren, van de bureaucratie, houdt de samenleving bij elkaar. Dit heeft wel een prijs, de prijs van de middelmaat, van het gestandaardiseerde antwoord, een zesje voor de waardering van de ambtenaren.

Historisch gezien ligt de meerwaarde van de ambtenaren in het stabiel maken van de samenleving. Belangrijke filosofen als Montesquieu en Weber hebben hier veel over geschreven. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648) in een Europa dat door absolute monarchen werd geregeerd. Dit is een (instabiele) regeringsvorm waarbij de vorst over de volledig regerende autoriteit beschikt; hij is niet door wetten gebonden, noch is hij verantwoording verschuldigd. De ambtenaren (parlement) moeten een buffer, een tegenmacht vormen.

De meerwaarde van de managers is ontstaan na de invoering van de wetenschappelijke bedrijfsvoering volgens het Taylorisme (1856 – 1915). In deze stroming werden de taken steeds verder onderverdeeld om de efficiency van de productie te verhogen. De manager was de schakel, de buffer tussen het kapitaal en de arbeiders en moest de uitgesplitste taken weer ‘aan elkaar plakken’.


Na de pauze ging René ten Bos als een echte hoogleraar in op de vragen vanuit de zaal.

De eerste vraag ging in op de spanning tussen de ambtenaren als 4e macht en de gekozen politici. De ambtenaren moeten toch gewoon luisteren naar de gekozen politici?

René ten Bos gaf aan dat dit alleen opgaat bij ambtenaren die zuiver uitvoerend zijn. De kracht van de bufferfunctie van ambtenaren is dat zij bij gekozen politici, die het volgens hun niet goed begrijpen, kunnen bijsturen, ‘op afstand houden’ als een vorm van tegenmacht. Hier is de bureaucratie te beschouwen als een farmacon, als de dosis te hoog wordt dan verandert het van medicijn in een gif.

Wat is de invloed van de ICT intensivering op de bureaucratie?
René ten Bos geeft aan dat de ICT de klassieke rol van de managers, het toezicht op de werkprocessen, overneemt. De bureaucratie, de managers, gaan steeds meer toezicht houden op de resultaten. Als controllers die alleen naar de spreadsheets kijken. Dit vergroot de kloof tussen managers en de professionals. Vanuit de zorg en het onderwijs zijn hier regelmatig geluiden over te horen.

Wie is nu de baas in Nederland?
René ten Bos geeft aan dat dit de kernvraag is van de eindeloze discussie over de gezagscrises ten aanzien van de politiek. In principe is de Koning, het Staatshoofd, de baas van het volk. In de tijd dat gezag en macht samenging was dit helder. Nu heeft de koning geen macht en hebben de politici geen gezag.

Naast de geanimeerde dialoog met de aanwezigen ook nog een aantal uitspraken van René ten Bos:

  • Vissers en boeren hebben geen hekel aan regels, alleen aan regels die hen slecht uitkomen
  • Ook de maffia heeft regels, 10 geboden die ook acceptabel zijn voor reguliere bedrijven
  • Het boek van Frans Kafka, Het proces, is een leuk humoristisch boek
  • Transparantie is altijd een verdraaiing
  • Privacy is het mogen hebben van geheimen
  • Onze geest wil voorspelbaarheid en daarom houden we van de bureaucratie

Voor de pauze had René ten Bos al aangegeven dat filosofie start met de ‘Aporie’ de verwondering, een probleem, een vraag waar je niet uitkomt. Een hele klassieke is die van Aristoteles:

  • Hoeveel vrienden heb je nodig om gelukkig te zijn?

René ten Bos sloot af met een citaat van Marquard:

  • Filosofie is de competentie om incompetentie te compenseren

Het applaus was lang en intens en na  afloop bleef René ten Bos nog geruime tijd om vragen te beantwoorden en boeken te signeren.

Gerrit van Elburg